Papoea Nieuw Guinea Hai van Lieshout

 

Van Hai van Lieshout naar Bishop Henry

In een ondernemersgezin groeit Hai op in Venlo. Hij is er geboren op 19 maart 1932 en na hem komen twee jongens en een meisje in een gezin waarvan de moeder al op jonge leeftijd in een rolstoel terechtkomt en de vader veel tijd aan zijn bedrijf besteedt. Die situatie heeft op Hai als oudste in het gezin een grote invloed. Al vroeg is hij een volwassen man met een groot observatievermogen. Zijn grote mensenkennis is hem later goed van pas gekomen. Heel vredig overlijdt hij als hij zich op zijn stoel zit voor te bereiden op de nachtmis, plotseling ver weg aan het andere eind van de wereld in Papoea Nieuw Guinea (PNG) op 24 december 2009. In een volle kerk wachten de mensen tevergeefs op zijn komst.

Na zijn priesterwijding in 1959 vertrekt hij in 1960 met de paters Gerard Hafmans (hij was eerst korte tijd in Afrika), Lambertus Kempkens en Ton Mulderink naar PNG, het land van de paradijsvogel (=logohu). Even later komen de broeders Leo Trommelen, Gerrit Janssen, Ger Hofmans, Jan Antonisse, Cor Philipse, en Jan Oldenburg. En de zusters van het Kostbaar Bloed Godelief Leyten, Clemence Klever, Marie-José Boersen, Bosco Derks, Margaret Nabben en zuster Paul van de Heykant. Het district Morobe is juist afgescheiden van het bisdom Madang en wordt als nieuw vicariaat aan de missionarissen van Mariannhill toevertrouwd. En dan begint voor Hai van Lieshout en zijn compagnons het grote avontuur of anders gezegd: de grote onderneming. In 1966 wordt het vicariaat Morobe vervolgens tot bisdom verheven. Hai wordt op 34 jarige leeftijd de eerste bisschop van Lae, de hoofdstad van Morobe. In PNG is Hai voortaan Bishop Henry.

Bij zijn benoeming tot bisschop vindt hij zelf dat bisschop worden toch wel erg snel gaat. Hij heeft slechts enkele jaren van missie-ervaring achter de rug. Een eenvoudige mens onder de mensen is hij en daarom vooral groeit hij uit tot hun geliefde Bishop Henry. Pionieren, samenwerken, ondernemen, dat is zijn lust en leven. Sinds zijn aankomst in PNG is hij hard aan het werk geweest en heeft hij eigenlijk nog nooit de gelegenheid gehad om de functie van bisschop en alles wat daar bij hoort van nabij te observeren. Als de provinciaal van de Nederlandse provincie van Mariannhill hem op PNG komt opzoeken, treft hij de bisschop aan liggend onder de auto bezig met reparatiewerk. Voor een Ad-Limina-bezoek aan de Paus moet hij van een collega-bisschop eerst nog een ambtsgewaad lenen. Van het parochiewerk geniet hij veel meer; maar nu is zijn ‘parochie’ een bisdom geworden met 400.000 mensen en meer en met een oppervlakte ongeveer even groot als heel Nederland. Bij zijn aankomst in PNG in 1960 is Lae nog een havenstadje met een paar duizend inwoners. Als hij na 40 jaar in 2007 met emeritaat gaat zijn dat er 200.000. Het aantal katholieken is gegroeid van 2.000 tot 30.000.

Een paar jaren voor het einde van zijn ambtstermijn ontvangt Bishop Henry nog de hoogste onderscheiding van het land: ‘Chief of the order of Logohu’. Het is dezelfde onderscheiding die kort daarvoor Mr. Clinton mocht ontvangen bij diens bezoek aan PNG. Bishop Henry draagt daarna de titel ‘Grand Chief’. Al eerder heeft hij in zijn geboortestad Venlo een ereplaats ingenomen. Om een steunzender in zijn bisdom in PNG te financieren heeft de jongerenkerk in Venlo bij een inzamelingscampagne zijn beeltenis laten prijken op bierviltjes in cafés. Bijzonder is ook het Mercy Centre met de open galerij, zodat de mensen in de rij wachtenden op medische hulp bescherming vinden tegen zon en regen. Het is mede gefinancierd door de Rotary in Elst bij Nijmegen en de opbrengst van een campagne in Venlo.

Het werk in PNG is nooit eenvoudig. Armoede drijft de mensen naar de stad. Vooral jongeren hopen daar werk en een toekomst te vinden. Werkeloosheid, criminaliteit en prostitutie vieren hoogtij. Ze raken hun oriëntatie kwijt. Het land kent van oudsher immers een stammenstructuur. Niet het individu, maar de stam is het belangrijkste. Als ze naar de stad trekken rukken ze zich los uit de stam, ze worden stadsmensen. Thuis in hun dorp hebben ze de kerk als een toegewijde verzorger ervaren. De kerk is dan voor velen een vertrouwde vriend, een nieuw thuis. De kerk gaat voor de mensen de rol van beschermer en cultuurbewaker overnemen. De bisschop gaat met zijn medewerkers met de mensen en vooral de jeugd samen op weg.

Er blijft ook veel werk te doen op sociaal-maatschappelijk terrein. Het bisdom onder leiding van Bishop Henry richt zich op de ontwikkeling van scholen en de bevordering van maatschappelijke organisaties. De broeders Leo Trommelen, Jan Klijn, Ger Hofmans (later Pater Hubertus Hofmans) en ook broeder Werner nemen veel onderwijstaken op zich in de door hen opgerichte St Joseph’s Technical School. Daarnaast groeit uit dit initiatief een bouw- en meubelbedrijf onder de naam St Joseph's Old Boys (JOB). Op de school worden de jongens opgeleid tot vakman. JOB, waar de boys werkervaring op doen, is dan de missing-link tussen de school en het bedrijfsleven. Rechtstreeks van de school worden de jongens immers vooral door gebrek aan werkervaring niet gemakkelijk door de veelal blanke werkgevers in dienst genomen.

Parallel daaraan doen de zusters Godelief, Margaret en Clemence en later zuster Paul iets soortgelijks. Zij zijn het ‘zusters-kapitaal’. De lokale vrouwen verliezen hun oorspronkelijke rol, waaraan zij van ouds hun waardigheid ontlenen. In die leemte voorzien dan de zusters. Naast technische scholen komt er ook huishoudonderwijs voor de meisjes. De zusters brengen hen onder andere nieuwe kennis en vaardigheden bij op de gebieden van voedselbereiding, naaien, hygiëne, gezondheidszorg en opvoeding. In vrouwennetwerken kunnen de meisjes en vrouwen de opgedane kennis in praktijk brengen. Betere gezondheidszorg, cateringbedrijvigheid en kledingproductie komen daar uit voort.

Bishop Henry heeft nooit de illusie gehad dat zijn werk alleen de zielzorg zou zijn. Het geloof kan niet los staan van de dagelijkse werkelijkheid. Al van ouds zijn in het christendom geloof en maatschappij met elkaar verbonden geweest en onder Bishop Henry’s leiding is dat niet anders. Bij zijn laatste bezoek aan Nederland in 2005 zegt hij over zijn thuisland en over zijn moederland: ‘Ach, ergens ben je een beetje ontworteld. Ik heb meer jaren doorgebracht in Nieuw Guinea dan in Nederland. Maar hoe je ook probeert om je de gedachtewereld van de Papoea’s eigen te maken, helemaal lukt dat niet met je westerse achtergrond. De verschillen tussen de ratio waarmee wij groot zijn gebracht en hun geloof in magie en geesten zijn nooit helemaal overbrugbaar’. Hij leeft en werkt in een naar natuur en cultuur prachtig en qua grondstoffen rijk land. Een land met prachtige mensen met een rijke cultuur, stralend in kleur en dansen. In een levendige deelname aan de liturgie komt het schitterend tot uitdrukking. Een land met ontelbaar veel problemen; maar ook met ongekende mogelijkheden. Die mogelijkheden mee helpen benutten vindt hij een belangrijke taak voor de kerk. Hij maakt van belangrijke zaken onbelangrijke, laat grote problemen versmelten tot kleine, maakt als het ware van een Eiffeltoren een molshoop. Een echte optimist is hij. En dan die legendarische humor. Als hij verblijft bij zijn zus, herstellende van een TIA, merkt hij op dat hij nu gelukkig geniet van een TIA MARIA.

De eigen energie slinkt, geeft hij toe bij zijn laatste bezoek aan Nederland. Maar tijd om af te bouwen is er niet. Bishop Henry hangt een oud missionarisgezegde aan: ‘Je gaat door, zolang als ze je nodig hebben.’ Tot hij op kerstavond 2009 sterft in het harnas. Een heel fijn en geliefd mens is heengegaan. Nu heeft hij zijn rustplaats gevonden in de schaduw van de kerk van het ‘St Josephs Mission’ centrum te Lae in Papoea Nieuw Guinea naast het graf van zuster Paul en het graf van broeder/pater Hubertus Hofmans. Maar het werk van de bisschop en de medewerkers gaat door.

(Jan van den Hark, naar gesprekken met naaste (familie)omgeving, gebruik makend van interviews in krant en tijdschrift gedurende zijn laatste bezoek aan Nederland en tekst van pater Frans Lenssen).
 
De eerst missionarissen in Papoea Nieuw Guinea Bisschop Harrie van Lieshout Lae Papoea Nieuw Guinea Missieteam 1972 in Lae PNG Ontvangst cheque door bisschop Christian BlouinZuster Clemence Clever en Pater Frans Lenssen Passage van de wachtruimte van de Eerste Hulp Post van het gehandicapten centrum in Lae PNG Wachtruimte van de Eerste Hulp Post Gehandicaptencentrum in Lae PNG Onderzoekskamer gehandicapten centrum in Lae PNG De apotheek van het Gehandicapten Centrum in Lae PNG