1951 Scholasticaat

 

1951 Vertrek van de eerste studenten naar het scholasticaat

In juli 1950 kwam voor het eerst het eindexamen van de zesde klas na WO II. Allen slaagden en gingen enige dagen later op vakantie. Op het einde van deze vakantie schreef een van de klasgenoten Frans Lenssen, nu pater: zoals afgesproken hadden we op 2 september in een café in Gennep hun bijeenkomst om het ‘afscheid van de wereld‘ te vieren. Theo Koomen, was er niet bij omdat hij jarenlang voor TBC in een sanatorium was opgenomen. Hij zou ook niet meer terugkeren. Later is Theo een zeer bekende radiosportjournalist in Nederland geworden bij de KRO. (Katholieke Radio Omroep) Beroemd waren zijn ‘Tour de France’ verslagen. Hij had deze roeping al lang in zich. Op St. Paul had hij als hobby om tijdens voetbalwedstrijden langs de lijn luidkeels verslag te doen van de wedstrijd. Zelf was hij allesbehalve een sportman. In het café sloot zich een nieuwe metgezel aan, Gerard Stikkelbroek. Hij had gestudeerd bij de paters Passionisten en was daar in het noviciaat geweest. Na ons wat sterkte te hebben ingedronken reisden we naar St. Paul.

De intrede en inkleding was op 7 september 1950, voorafgegaan door een retraite van 5 dagen. Tijdens een avondviering werden allen in het noviciaat opgenomen. Het was toen de gewoonte dat men een nieuwe naam kreeg. Na Vaticanum II is dit vervallen, alsmede het tonsuur en subdiaken wijding. De groep bestond uit 7 personen. Laurens van den Akker, Giel Warmerdam, Toon Lute, Gerard Stikkelbroek, Theo van de Kolk, Martien Duikers en Frans Lenssen. De novicen-meester was pater Polycarpus Versteijlen en z´n assistent Pater Marcel Noten. Zij waren de eerste groep priesterkandidaten sinds de laatste groep van Gerard Hafmans e. a. die nog tijdens de oorlog 1943/1944 in de nevengebouwen van St. Paul hun noviciaat hadden.

Het noviciaatjaar verliep volgens een strikt program: naast de kerkdiensten en maaltijden, werden gebedstijden, onderricht, handenarbeid, corvee en recreatie. Er zijn in dat jaar kilometers gangen gedweild. Het jaar verliep rustig en in goede harmonie met de leiding. In dat jaar kwam o.a. op bezoek pater Marinus Renk van het generalaat, destijds gevestigd Hatfield-Peveral in Engeland. Uiteraard kwam daarbij de vraag aan de orde; waar gaan we verder studeren? Onze voorgangers hadden in Fribourg, Zwitserland hun scholasticaat doorgebracht. Of gaan we naar Rome?

Ook kwam Bishop-elect Adolf Schmitt langs, voorheen provinciaal bij de Amerikaanse provincie, op weg naar Zimbabwe. Hij bracht de suggestie om in USA verder te studeren. Hun provincie had een eigen groot seminarie St. Benedict bij Detroit. Na zijn vertrek naar Afrika bleef dit voorstel op tafel liggen.
Uiteindelijk werd beslist dat de gehele klas met Pater Dr. Wenceslaus van Lun naar Amerika zou gaan. Reisdocumenten, inentingen enz. werden geregeld en plaatsen op een vrachtschip gereserveerd met de datum van vertrek. Over een aantal weken vertrekken we voor de overtocht naar Amerika. De tussentijd werd benut met het begin van de hogere studies door pater Dr. Wenceslaus die in Rome in theologie was gepromoveerd en in Wenen psychologie had gestudeerd. Dus het scholasticaat begon dus op St. Paul als inleidingscollege in de Thomistische filosofie.

Als een donderslag bij heldere hemel werd het niet Amerika maar … het Pius X seminar in Würzburg. Sinds 1927 zijn flinke sommen in harde Nederlandse gulden hier naar toe gegaan i.v.m. de enorme ontwaarding van de D mark in de crisisjaren in Duitsland. Voor WO II hadden in Würxburg al gestudeerd, de paters Bavo van der Weiden, Remigius Peeters, Eduard Luyten en Leopold Al.
Na de tijdelijke professie op 8 september 1951 vertrok de groep in oktober 1951 per trein naar Würzburg, ondanks dat de oorlog nog maar 6 jaren voorbij was! Ze waren allen wel wat gewend in en na de oorlogsjaren door vele onverwachte aanpassingen. Ondanks alles was er geen haat tegen de Duitsers in de groep.

Het Pius X Seminar in Würzburg


Bij aankomst was het donker. We aten in een ruime eetzaal en uiteraard geheel ander voedsel. De slaapzaal en de studiezaal lagen op de 4 etage. Een van de volgende dagen gingen we te voet met ons schoolduits naar de universiteit beneden in de stad direct aan de Maïn. We liepen naar beneden door straten links en rechts vol ruïnes van het zware bombardement op 17 maart 1945. Vele ruïnes van huizen en kerken getuigden hiervan ondanks dat het inmiddels oktober 1951 was. Het hoofdgebouw van deze indrukwekkende ‘Julius-Maximiliaan-Universiteit’ ligt aan de Sanderring welke onder langs de Maïn loopt.
Aan de overzijde van de Maïn boven op een heuvel ligt ‘Fort Mariënberg’ met zijn wijngebieden. Op weg naar boven tussen de druivenranken heeft menig student zijn voetsporen achter gelaten en stiekem een sigaretje gerookt of aan zijn pijp gelurkt. Zeker als de colleges van o.a. filosofie en theologie soms te saai of taai waren.

Wie meer wil weten over deze historische Universiteit van 1402, zijn faculteiten en zijn beroemde afgestudeerden o.a. Röntgen, Virchow, Siebold, Brentano enz. kan hier veel informatie vinden.
 
Bewoners van St. Paul in 1951 Noviciaat op St. Paul in 1951