Oktober 15-2016

 

 Reünie Venray 15 okt.2016

De reünie, die speciaal voor oud studenten van het internaat in Mook en Venray is opgezet, sloeg aan. De druk bezochte dag met een uitstapje naar het voormalige klooster leverde levendige gesprekken op waarbij talrijke oude herinneringen werden opgehaald. Het verslag geeft een impressie van de dag en het leven in het internaat van 50 jaar geleden.

Grote opkomst

Na een algemene reünie in 2011 en daaropvolgende vriendendagen in Arcen hadden we nu een reünie die specifiek afgestemd was op de studenten die in Mook en Venray hadden gezeten. Deze groep was nauwelijks vertegenwoordigd bij de vorige bijeenkomsten in Arcen.
Een voorbereidingsgroep heeft het op zich genomen om deze dag in Venray voor te bereiden. Zij hebben oud studenten opgespoord en voor deze reünie benaderd.
Frits Winkelmolen en Ton Vissers hebben er heel wat uurtjes ingestoken om mensen te bellen en aan te moedigen om te komen. De reünie was georganiseerd in de Witte Hoeve. Het bleek de voormalige boerderij te zijn van “Jeruzalem”, het meisjesinternaat waar meisjes de MMS volgden. Het was voorheen voor ons verboden terrein.
Er waren 50 mensen aanwezig, waarvan 30 oud studenten en 13 partners. De lijst van studenten Mook/Venray telt 84 totaal namen. Van deze 84 studenten die bekend zijn, is van 51 studenten het adres bekend. Van deze 51 waren er 30 (60%) aanwezig. Ook Nico Smit, onze oud surveillant, was aanwezig. Daarnaast waren 3 vertegenwoordigers van Mariannhill uit Arcen en de web commissie aanwezig. Ondanks de grote opkomst vond niet ieder meerdere oude groepsgenoten bij de aanwezigen terug. De organisatoren waren zeer tevreden met deze opkomst. Gelukkig waren er ook meerdere oud studenten aanwezig die de komst van de juvenisten en de sluiting van het internaat hadden meegemaakt.

Informeel programma

Het programma had vooral een informeel karakter en was gericht op de onderlinge contacten. Frits Winkelmolen verwelkomde iedereen met een korte toespraak. Hij legde uit waarom deze speciale vriendendag was georganiseerd en hoe met vereende krachten de organisatie tot stand was gekomen. Hij vermeldde een mail van de provinciaal overste pater Lenssen, die zich verontschuldigde omdat hij in Rome verbleef, waar een nieuwe generale overste werd gekozen, P.Thulani Mbuyisa, de eerste Afrikaanse generaal overste afkomstig uit het bisdom Mariannhill in Zuid Afrika. Nico Smit, als enige van de voormalige leiding, keek in een toespraakje tevreden terug op zijn rol bij Mariannhill en zijn tijd na zijn uittreden. Hij verwees daarbij ook nog naar het profiel dat van hem was gemaakt en op de website staat. Koen Willemsen las een verhaal voor over de missie dat hij jaren geleden tegen was gekomen. Daarin werd gereflecteerd op de wijze waarop je naar het werk van missionarissen kon kijken.
Na de soep en broodjes was het tijd voor de groepsfoto. Er werden diverse groepsfoto’s gemaakt, met en zonder partners. Omdat iedereen op een vroegere foto van een stel studenten in streepjespyjama in de slaapzaal bij de reünie aanwezig was, werd deze foto nu weer opnieuw gemaakt. Na de fotosessie wandelden we met z’n allen door Venray naar het vroegere klooster aan de Westsingel. In 50 jaar is Venray fors uitgebouwd en verstedelijkt. Onverwachts konden we ook het gebouw vanbinnen bekijken. De terugweg naar de Witte Hoeve liep via de plek waar vroeger de school van de Franciscanen stond en wij onze opleiding volgden. De school was intussen afgebroken en vervangen door een nieuwbouw flat. Bij terugkomst in de Witte Hoeve vertrokken de eerste gasten weer huiswaarts. Uitgebreid nam ieder met een tevreden gevoel afscheid. De mensen van de organisatie stelden na afloop met elkaar vast dat de dag volgens plan verlopen was en er sprake was van een levendige sfeer en tevreden bezoekers.

Vervaagde beelden herleven

Het begin van de dag stond in het teken van aftasten. Bij aankomst had ieder een badge met zijn naam gekregen. Veelvuldig werd in het begin door anderen op ieders badge gekeken om te weten te komen wie iedereen was. Het was een hernieuwde kennismaking. Langzaam maar zeker kwamen de namen en beelden van ieder weer op het netvlies. Daarbij realiseerde je ook gaandeweg of iemand van dezelfde leeftijdsgroep of ouder dan wel jonger was. Bij de hernieuwde kennismaking kreeg je ook enige kijk op het leven van ieder na Mariannhill. Het lijkt erop dat velen in sociale beroepen terecht gekomen zijn. Sommigen hebben in de economische sector hun brood verdiend. Slechts een enkeling is in de techniek terecht gekomen. De tijd was te kort en de gesprekken te fragmentarisch om dit leven goed in beeld te krijgen. Tijdens de dag kreeg je ook steeds meer een beeld van hoe ieder er vroeger uitzag. De projectie van oude foto’s hielpen daar goed bij. We herkenden bepaald vroeger gedrag in elkaar. In de loop van de dag kwamen steeds meer herinneringen boven. Het bezoek aan het voormalige klooster riep ook de nodige vroegere beelden op. Allerlei anekdotes passeerden de revue. Ik hoorde verhalen die ik nog nooit eerder gehoord had. Uit meerdere verhalen zou je kunnen opmaken dat meisjes toch wel een grote rol in ons leven speelde terwijl dit in de praktijk niet het geval was. Meerdere anekdotes hadden betrekking op onprettig beleefde incidenten. Toch overheerste een positief gevoel over het verblijf bij Mariannhill. Velen suggereerden dat hun leven er minder succesvol uit had gezien zonder Mariannhill. We hebben een goede opleiding kunnen volgen. We hebben door een strakke dag planning met vaste tijden en toezicht een duidelijke structuur en discipline meegekregen. We hebben over heel wat maatschappelijke vraagstukken discussies met elkaar gevoerd. We kunnen ons nu echter niet meer voorstellen dat we op 12 jarige leeftijd vrijwillig het ouderlijk huis konden verlaten. Het gemis van een gezinsleven tijdens de jeugdjaren woog echter ook zwaar in onze beleving.

Het schrille contrast tussen Mook en Venray

Veelvuldig is tijdens de vriendendag terug gekeken naar de vroegere tijd in Mook en Venray. Beide plekken vormden een schril contrast met elkaar. Het verblijf in Mook was uiterst primitief. Aan de rijksweg stond de villa “Eldorado” die haar grandeur in de loop van de tijd verloren had met daarachter enkele barakken, bestaande uit grote betonblokken met asbestplaten erop. De paters en de broeders woonden in de villa, de studenten in de barakken. Onder de asbestplaten was het in de zomer snikheet en de winter steenkoud. De eerste maanden van ons verblijf moest de slaapzaal zelfs nog gebouwd worden en moesten we voor de nacht nog een kilometer wandelen of fietsen naar het patronaat in het dorp. Met ongeveer de hoeveelheid studenten was het altijd en overal vol. Stapelbedden en bureaus stonden dicht op elkaar. Een aparte recreatiezaal ontbrak in eerste instantie. Een naastliggend weiland werd omgetoverd tot voetbalveld door er doelpalen op te zetten. Op het laatst viel de cement tussen de betonblokken weg en waaide het binnen. ’s Winters vroor het in de slaapzaal zo erg dat we ’s morgens stijve handdoeken hadden en ons niet konden wassen. Dagelijks moesten we in alle vroegte naar de kerk in Molenhoek voor de mis en vervolgens weer naar de school van de paters Passionisten voor de opleiding te gaan. Daar gingen we ook iedere zaterdag naar toe voor een verfrissende douche.
Terugkijkend naar de situatie in Mook moesten we constateren dat het met de kennis van nu onverantwoord was om daar te verblijven. We konden ons nu niet voorstellen dat Gerard Willemsen daarvoor de verantwoordelijkheid moest dragen terwijl hij nog geen 30 jaar oud was. Ik hoorde van meerdere lotgenoten dat zij ’s nachts onder de lakens stil verdriet hadden en moesten huilen van heimwee. Ondanks de primitieve omstandigheden in Mook had ieder daar nu toch een goed gevoel over. Blijkbaar roept die situatie achteraf toch heroïsche gevoelens op. Ik hoorde iemand die onlangs terug is geweest naar Eldorado in Mook. De villa blijkt intussen prachtig gerenoveerd te zijn en de oude grandeur teruggekregen te hebben. De barakken zijn uiteraard gesloopt.
Het gebouw in Venray was in vergelijking met Mook één en al luxe. Het gebouw was ruim opgezet met grote zalen. Er waren 2 slaapzalen, een studiezaal, een eetzaal, een recreatiezaal, een televisiezaal, een sportzaal met meerdere aparte douches, hobbyruimten en een prachtige kapel met een orgel. Het lag aan de rand van het dorp met een uitloop achter naar het buitengebied. Buiten hadden we prima sportvelden. Het was een verademing in vergelijking met de situatie in Mook. De ruimten waren wel zo groot dat je er geborgenheid miste. Met een afnemend aantal studenten gaf dat gemakkelijk een leeg gevoel. Wel hoorde ik tijdens de reünie regelmatig het gebrek aan privacy als minpunt. De hobbykamers zoals de donkere kamer in de kelder werden door meerderen gebruikt om privacy te vinden.
Om de ruimte effectiever te gebruiken zijn op het laatst in 1967 de juvenisten naar Venray gekomen en heeft er een verbouwing plaatsgevonden waarbij de grote zalen opgesplitst werden in kleinere groepsruimten zodat iedere jaargroep kon beschikken over eigen ruimten. Voor velen dan ook onverwacht kwam echter een jaar later de boodschap dat het internaat opgeheven werd. Gebrek aan geld en professionele begeleiding waren de oorzaken. Daar kwam bij dat het aantal studenten dat in wilde treden bij Mariannhill zo gering was dat het open houden van het internaat niet meer rechtvaardigde. Iedereen werd naar huis gestuurd. 5 Studenten zijn nog naar Arcen getrokken om vandaaruit iedere dag naar Venray te fietsen om zo de opleiding af te kunnen ronden.
Het gebouw, Den Hoebert, zag er nu nog vrijwel hetzelfde uit als 50 jaar geleden. De tegels op de vloer in de gangen waren nog dezelfde. Alleen was tegenover de hoofdingang een stuk uitgebouwd. We konden met z’n allen nog precies vertellen wat zich vroeger achter iedere deur afspeelde. Het gebouw dat vroeger aan de rand van Venray stond en uitzicht gaf op het buitengebied was nu ingebouwd in een woonwijk. Het gebouw heeft sindsdien meerdere bestemmingen gehad. Het is gebruikt als opleidingsinstituut voor de verpleging van psychiatrische patiënten en door de gemeente als kantoorruimte. Nu is het nog in gebruik door meerdere kleine bedrijfjes. De aangebouwde kapel is al die jaren overeind gebleven. Het gebouw staat nu te koop en wacht dus op een nieuwe bestemming.

Leve de subjectiviteit

Ook al hebben we met elkaar dezelfde leefomgeving gekend, leefden we dicht op elkaar en kenden we geen privacy, toch heeft ieder zich achteraf een heel ander beeld gevormd van dezelfde situatie. De een herinnert vooral de anekdotes en kan deze nog in geuren en kleuren vertellen. Een ander herinnert vooral beelden aan de hand van oude foto’s en ziet weer allerlei beelden voor zich. Weer een ander kijkt meer beschouwend terug. Hij overziet situaties en geeft er een bepaalde betekenis aan in relatie tot de tijdsgeest. De verschillende insteek bepaalde ook de aard van de inbreng van ieder tijdens de dag. De waardering van de herinnering leek sterk bepaald te worden door de situatie waarin ieder nu leeft. Wij realiseerden ons dat niet iedereen een positief beeld heeft overgehouden aan het verblijf in het internaat. Zij ontbraken daarom wellicht bij de reünie. Wij misten hen temeer omdat wij ook aan hen gehecht waren en graag hadden willen ontmoeten.
Het is de vraag in hoeverre de reünie door de uitwisseling van ervaringen de eigen subjectieve beleving is veranderd. Voor de geschiedenis van Mariannhill is het de moeite waard om objectiviteit na te streven door de intersubjectiviteit in beeld te brengen. Geschiedenis is immers meer dan de optelsom van feitelijke gebeurtenissen. De cultuur en de tijdsgeest worden bepaald door een inventarisatie van de persoonlijke subjectieve verhalen, belevingen en opvattingen. De profielen op de website bieden een inkijk in de cultuur en geschiedenis van Mariannhill en een beeld van de tijdsgeest van de verschillende decennia. Deze informatie kan aangevuld worden door ook van anderen deze informatie te verzamelen om daaruit overeenkomsten, verschillen en trends te destilleren

Voltooid verleden tijd?

Toen wij 50 jaar geleden naar Mariannhill kwamen was deze congregatie in volle bloei. De overbevolking in Arcen was o.a. de reden om naar Mook uit te wijken. Intussen is de omvang steeds kleiner geworden en de leeftijd van de bewoners hoger. Het einde van Mariannhill Nederland is in zicht. Betekent dit dat er straks alleen sprake is van een voltooid verleden tijd of is er ook nog een onvoltooide verleden tijd? De reünie richtte zich sterk op de ervaringen uit het verleden. In de loop van de dag zag je allerlei vroegere relaties weer opleven. Vele onderlinge gesprekken werden opgestart zonder af te ronden. Vele vragen naar elkaar bleven liggen omdat de tijd en de rust ontbrak. Het is de vraag in hoeverre vroegere relaties dankzij de reünie weer opbloeien en mensen elkaar weer opzoeken. Niet alleen vroegere ervaringen zijn interessant om uit te wisselen, maar het leven van de afgelopen jaren is de moeite waard evenals de jaren die nog voor ons liggen. Het was jammer dat er slechts twee mensen bleven overnachten. Met een grotere groep hadden we ’s avonds allerlei vroegere ervaringen verder kunnen uitdiepen en plannen voor de toekomst kunnen maken. De organisatie heeft besloten om meerdere vriendendagen te organiseren. Over 2 jaar vindt een vriendendag in Arcen plaats en over 4 jaar in Venray. Intussen bouwt de web commissie de website uit door de geschiedenis van Mariannhill verder te beschrijven, profielen te beschrijven en alle nieuws te melden. De website kan een stimulerende functie vervullen om een nieuwe toekomst te stimuleren en is daarvoor ook verder uitgebreid met nieuwe leden. Het is aan de mensen die ooit deel uitmaakten van Mariannhill om te bepalen of er naast een verleden ook een toekomst is.

Piet Hendriks
Oud student Mook/Venray
Foto 1 Foto 2 Foto 3 Foto 4 Foto 5 Foto 6 Foto 7 Foto 8 Foto 9 Foto 10 Foto 11 Foto 12 Foto 13 Foto 14 Foto 15 Foto 16 Foto 17